Nederlands tekort aan IT’ers achtervolgt Levi9 tot in Oost-Europa

Het verplaatsen van werkgelegenheid naar het buitenland is in de IT heel gewoon. Maar Levi9 uit Amsterdam spant de kroon.

Het is stil op het hoofdkantoor van Levi9. Het Nederlandse softwarebedrijf – Nederlandse oprichters en bestuurders, vooral Nederlandse klanten – groeit snel in omzet én aantal werknemers. Maar van de ongeveer 900 medewerkers die het bedrijf nu telt, houden er maar 25 kantoor in Amsterdam. De rest zit in Oost-Europa.

 

Vergadering van het kantoor van Levi9 in Belgrado. Foto: Vladimir Zivojinovic / Phenster voor het FD

 

Het verplaatsen van werkgelegenheid naar een goedkoop buitenland (‘offshoring’) is gebruikelijk in de technologie. De economie in het zuiden van India is er groot mee geworden. Maar zelfs voor deze sector is de aanpak van Levi9 vergaand: van ontwerp tot oplevering wordt al het inhoudelijke werk gedaan door medewerkers in Oekraïne, Servië of Roemenië.

Levi9 laat al het uitvoerende werk doen op kantoren in Servië, Oekraïne en Roemenië. Foto: Vladimir Zivojinovic / Phenster voor het FD

 

Het recept voor problemen

‘De verleiding om in Nederland ook een uitvoerend team op te zetten is er bij vlagen wel’, zegt ceo Paul Schuyt (60) in een gesprek op het hoofdkantoor. ‘Vooral de eerste weken van een project, als we de wensen van de klant onderzoeken en een plan maken, kan het handig zijn. Nu vliegen onze medewerkers daarvoor in. Maar het idee wordt ook altijd heel snel weer van tafel geveegd. Deze constructie werkt voor ons.’

Betere beschikbaarheid van technisch personeel en lagere lonen brengen veel it-bedrijven naar Oost-Europa. Foto: Vladimir Zivojinovic / Phenster voor het FD