Publication De Financiële Telegraaf
October 6, 2017
BELGRADO – Software laten ontwikkelen in India als remedie tegen het Nederlandse programmeurstekort is al lang niet meer exotisch. Maar voor een oplossing hoef je geen vierenhalf uur tijdsverschil te overbruggen, laat Levi9 zien. Het Nederlandse bedrijf ontdekte Servië als nieuw voorland.
Photo: Levi9
Stomverbaasd was Menno de Jong aan het begin van deze eeuw toen hij een opdracht naar het toenmalige Joegoslavië stuurde. Vanuit zijn ruime ervaring met softwareontwikkeling wist hij dat hij voor twaalf weken aan werk had besteld.
Zes weken later had hij de code al binnen. „Die was niet alleen degelijk geschreven, maar nog goed gedocumenteerd ook. Ik heb eigenlijk meteen het vliegtuig gepakt om met eigen ogen te zien hoe dit kon.”
Eenmaal aangekomen in universiteitsstad Novi Sad bleek de ontwikkelaar te opereren vanuit de universiteitsbibliotheek. Samen met een legertje studievrienden handelden ze opdrachten van Westerse klanten af.
Zelf doen
De Jong had net met zijn zakenpartner Bernhard van Oranje (inderdaad: die) een bedrijf aan Ordina verkocht. „Ik heb voorgesteld om een team in Servië op te zetten, maar dat wilde Ordina niet. Toen zijn we het zelf maar gaan doen.”
Dat bleek een gouden greep. Inmiddels heeft Levi9 zes vestigingen in vier landen. De hoofdmoot van het 900-koppig personeel zit in Servië. De ontwikkelaar die vijftien jaar geleden nog van achter een universiteitscomputer werkte, is nu een belangrijke schakel tussen het bedrijf en zijn Nederlandse klanten.
Ceo Paul Schuyt: „Bij andere bedrijven bestel je een eindproduct, wij leveren mensen die naadloos geïntegreerd worden in de teams van onze klanten. Hun leidinggevende is vaak Nederlands, hun directe collega’s zijn vaak Nederlands, maar zelf zitten ze lekker in hun eigen land.”
Aanbevolen
Dat de aanpak van Levi9 aanslaat, blijkt wel uit marktonderzoek van Giarte. Het bedrijf heeft bij zijn klanten, bedrijven als TomTom, Wehkamp en Talpa, sinds 2014 een aanbevelingsscore van 100%. Alleen branchegenoot Schuberg Philis heeft een langere serie van perfecte scores.
Maar ook in Servië wordt het bedrijf op handen gedragen. „Het is cool om voor Levi9 te werken”, vertelt ontwikkelaar Bojan (29), die vorig jaar voor het bedrijf kwam werken. Hiervoor werkte hij voor een Amerikaans bedrijf. „Daar was je permanent bang ontslagen te worden.”
„Als je hier even niet op een project zit, word je op de bank gezet en doe je interne projecten totdat er weer een project is”, vervolgt hij. „Als dat een paar maanden duurt, doet het bedrijf daar totaal niet moeilijk over. Die stabiliteit is voor veel ontwikkelaars een belangrijke reden om te komen of om te blijven. Want iedereen wordt wekelijks benaderd door bedrijven om over te stappen.”
Directheid
Zijn collega Nikola (31) is één keer bang geweest voor zijn baan. Hij werkte pas net voor Levi9 toen een Nederlander zijn onvrede over werk van hem uitte. „Pas later kwam ik erachter hoe fijn het is als mensen daar open over zijn. Ik werd ook helemaal niet ontslagen, ik kreeg een aantal suggesties en we gingen gewoon verder.”
Maar hoe kan het dat er in Servië nog wel talent te vinden is, terwijl dat in andere landen niet zo is? HR-medewerker Sofia lacht. „We hebben hier geen toverboom staan, hoor. We laten ons zien op congressen, scholen universitair opgeleiden om en betalen goed. Mensen die hier binnenkomen weten van ons bestaan.”
Zelfde mentaliteit
Volgens ceo Paul Schuyt, die in 2009 door oprichters De Jong en Van Oranje werd weggekaapt bij het veel grotere Logica CMG, is de kern van het succes dat de mentaliteit van Serviërs goed met de Nederlandse overeen komt.
„Mensen zijn hier doelgericht, open en hebben dezelfde soort humor. Daardoor vormen ze gemakkelijk één team met Nederlanders die 1600 kilometer verderop zitten. Daarnaast hebben we geen hire & fire-cultuur en die loyaliteit betaalt zich terug. Mensen blijven hier hangen.”
Link to the original digital article:
https://www.telegraaf.nl/tech/550354/serviers-als-geheim-it-wapen
Download the original newspaper article (PDF of the print edition)